OOST - TURKIJE

Poort naar de Oriënt

AndersdanAnders

home

fotos

Dag 1 – 5/6 zondag. Brussel – Istanboel – Ankara

We gaan naar Turkije, niet om voor- en achterkant te laten gaar stoven op een van hun bekende stranden maar om de rijke cultuur en geschiedenis op te snuiven en van de natuur van het hinterland te genieten. We vliegen met Turkish Airlines en Jan onze AdA gids, vanuit Brussel via Istanboel naar Ankara. We arriveren er tegen valavond en worden hartelijk begroet door de Turkse evenknie van Jan, Sabri die ons de volgende twee weken zal vergezellen op onze ontdekkingstocht door dat voor ons onbekende deel van Turkije. Van uit onze kamer hebben we zicht, in de verte, op het verlichte mausoleum van Mustapha Kemal, maar dat is voor morgen.

Dag 2. 6/6 maandag. Ankara – Erzurum

We beginnen de dag vroeg en zonnig in Ankara. Nu een moderne kosmopolitische stad, maar met een geschiedenis die terug gaat tot in het Bronzen Tijdperk, met schilderachtige namen als Ancyra en Angora, allicht een verwijzing naar de angora wol van de geiten, katten en konijnen waarvoor de stad bekend was. Maar het was Atatürk die ze herdoopte in Ankara en er het moderne uitzicht aan gaf. En natuurlijk bezoeken wij zijn mausoleum, Anit Kabir.Mustafa Kemal Atatürk, de vader des vaderlands, de man die de laatste Ottomaanse Sultan aan de dijk zette, na de nederlaag van WOI, de bezetters naar huis stuurde, van Turkije een seculiere staat maakte, de vrouwen stemrecht gaf, het Latijnse alfabet invoerde en iedere Turk een achternaam liet geven. De man geniet nog altijd een bijna mythische status en het mausoleum is een onafgebroken ode aan hem en zijn exploten, zelfs zijn pyjama wordt er met de nodige egards tentoongesteld. Dat hij ook aan de fles was en stierf aan levercirose wordt iets minder in de verf gezet.
  Een kort bezoek aan de Kocatepe Moskee, de grootste van Ankara gebouwd tussen 1967 en 1987 in een pseudo 16e eeuwse Osmaanse stijl en met in het achterhoofd de Blauwe moskee van Istanboel natuurlijk. Voor de lunch gaan we naar de oude stad in de citadel waar in een origineel decor een soortement Turkse pizza wordt opgediend en verdeeld met een groot zwaard. Origineel en nog lekker ook.
  Dan naar het Museum van de Anatolische beschavingen dat is ondergebracht in een gerestaureerde Ottomaanse bazaar die tussen 1464 en 1471 werd gebouwd. Het is wereldberoemd, heeft een geweldige collectie en kreeg in 1997 de European Museum of the Year Award (EMYA).
  Nog even naar het centrum naar het ruiterstandbeeld van Atatürk die daar de duiven trotseert en dan gaan we naar de luchthaven voor een korte binnenlandse vlucht naar Erzurum.
  We hebben nog recht op een kleine pantomime wanneer een groep Mekka Pelgrims, die wellicht net hun kameel inruilden voor een vliegtuigticket, op het laatste nippertje binnenvallen en ruim de tijd nodig hebben om een geschikte zitplaats te vinden en hun omvangrijke collectie plastiek zakken weg te stouwen.

Dag 3. 7/6 dinsdag. Erzurum – Kars

Het is 10°, de zon schijnt, de lucht is blauw en we zitten hier op +- 2000m. Erzurum is een populair skigebied in de winter en ook nu ligt er hier en daar nog wat sneeuw op de hellingen van het Palandöken gebergte
  Erzurum is afgeleid van Arz-e Rûm of het land van de Romeinen in het Arabisch en dat slaat dan weer terug op de Romeinse en de Byzantijnse tijden voor die plaats moesten ruimen voor de Seldjoeken. Wij bezoeken een paar bouwwerken van die Seldjoeken, de Çifte Minareli Medrese of de Tweeling minaret Madrassa. Een eindje daar vandaan staan drie koepelgraven de Üc Kümbetler waar in de mooiste ene emir Saltuq begraven ligt. We wandelen de Grote Moskee binnen, zonder schoenen uiteraard, en krijgen een uitgebreide briefing van de 72-jarige vriendelijke Iman mét demonstratie hoe goed de akoestiek er wel is ”allahu akbar, allahu akbar”. Van daar naar de Yakutiye Madrassa, maar die staat in de steigers en een historische karavanserai is nu een winkelcentrum voor kitscherige oriëntaalse juwelen. We lunchen in een restaurant dat volgepropt staat met een onvoorstelbare hoop prullaria en rijden dan door naar Kars onze volgende stop nog een goeie 200km.
  Hoog op een heuvel ligt een vroegere Armeense burcht, maar daar wappert nu de Turkse vlag.
  Een stop aan een antieke brug en dan volgen we de vallei van de Arras-rivier, die door het landschap meandert, en rijden door een mooi dekor dat verrassend groen en boomloos is, van fotostop naar fotostop én een raki aperitief stop.
  Met zoveel groen gras moeten er wel veel koeien zijn en die lopen dan ook overvloedig overal rond, ook op de baan. Obsidiaan wordt hier veelvuldig gevonden en aan de kant van de baan kan iedereen zijn lading naar believen opslaan. Kars ligt op 1700m en is niet echt de gezelligste stad. Op de heuvel ligt de citadel, oorspronkelijk ook Armeens en een antiek kerkje van de 12 apostelen is de publiekstrekker maar ze hebben er wel een moskee van gemaakt. Kars was een tijdje in Russische handen en uit die tijd dateert ook de Russische wijk waarvan een van die huisjes het trotse opschrift ”1890” draagt.

Dag 4. 8/6 woensdag. Kars – Ani – Dogubeyazit

Dichtbij ons hotel is een moskee en rond 04:00 kunnen wij mee genieten van de muezzin die met onfatsoenlijk veel decibels langdurig blèrend de gelovigen oproept voor het eerste gebed en ons uit de slaap rammelt. Aangezien wij pas om 08:30 vertrekkensklaar moeten staan kunnen we ons nog eens grommend omdraaien. Jan noemt het ”een wilde godsdienstbelevenis”.
  We bezoeken vandaag de ruïnestad Ani vlak aan de Armeense grens. Ooit een hoofdstad van de Armeniërs. De massieve en goed bewaarde muren en de ingangpoort mogen dan beloftevol zijn, eens daarachter is het een koude douche, want de enorme lege vlakte met hier en daar wat rest van een kerk of paleis doen in niets geloven dat dit ooit de Stad van de duizend Kerken genoemd werd en kon rivaliseren met Constantinopel, Bagdad en Caïro.
  Wat de Mongolen over lieten werd later nog eens bijgewerkt door aardbevingen en ook de Turkse overheid deed een flinke duit in het zakje en het is pas recentelijk dat bezoekers in dit gebied worden toegelaten zonder al te veel poespas en dat er opnieuw over restauratie en behoud gesproken wordt. Maar sommige ruïnes zijn zelfs nu nog indrukwekkend en de landschappen rondom prachtig. Dit was een belangrijke stop op de zijderoute. Van de brug over de Akhurian Rivier, met wat nu de Republiek Armenië is, blijven enkel nog wat resten over.
  We rijden terug naar Kars voor de lunch in een restaurant dat vluchthuizen voor vrouwen sponsort, of hoe die ook langs de maag kunnen geholpen worden.
  We rijden richting Dogubeyazit ons einddoel voor vandaag, en we hebben hier nog een bezoekje buiten categorie aan een zoutmijn die al sedert de oudheid in gebruik is en waar nog jaarlijks 60 tot 100ton zout gewonnen wordt. In de berg zijn gangen gegraven die zo groot zijn dat onze bus er zonder problemen kan in rijden. Het is er stikdonker maar toch leuk. We krijgen een fikse stortbui over ons heen als we verder rijden, maar dat kan de pret niet drukken en het aperitief wordt in de rijdende bus geschonken door onze beide gidsen. Serefe!
  De Ararat berg zit verborgen achter de regenwolken als we in ons hotel arriveren. Dit hotel, het beste van de streek, is trouwens een aparte ervaring, een turkse kruising tussen Fawlty Towers en Murphys Law, waar je een en ander best met de mantel der liefde bedekt.

Dag 5. 9/6 donderdag. Dogubeyazit – Van

04:00 de Muezzin begroet de dag en wij staan iets vroeger op. Alle regenwolken zijn verdwenen, er is een stralend blauwe lucht en de Grote Ararat 5165m toont zich van zijn mooiste kant. De regen van gister heeft nog wat extra sneeuw geleverd op de top die blinkt in de zon. De Ararat is een stratovulkaan zonder een echte krater en niemand weet wanneer hij voor het laatst aktief was. Maar in 1840 werd de berg door mekaar geschud door een hevige aardbeving. Een deel van de berg stortte in en bedolf een dorp, een kapel en een klooster en sommige bronnen zeggen dat er toen ook een uitbarsting was, zij het onder de grondwaterspiegel. Houden zo!
  Het is ook de landing plaats van de Ark van Noah volgens het boek Genesis, maar van zijn boot is nooit enig spoor of houtspaander terug gevonden.
  De panorama’s van op het dakterras doen je naar adem happen, en echt niet alleen omdat je daarvoor te voet naar de 9de verdieping moet sjokken.
  We rijden richting Iraanse grens naar een dorpje dicht bij de voet van de Ararat die nog altijd ongelooflijk mooi ligt te wezen. Dit is Koerdisch gebied met een Koerdisch dorpje waar de inwoners ons glimlachend begroeten en zonder schroom poseren, kinderen lopen er naar een schooltje in de omgeving maar ooit was dit een broeinest van de PPK en hoewel het nu rustig is en veilig is er nog altijd een heel sterke militaire aanwezigheid.
  Nog dichter bij de Iraanse grenspost is er een meteorietinslag geweest die een krater heeft geslagen van 35m diameter en 60m diep, de tweede grootste krater ter wereld toeteren de reisfolders.
  En dan rijden we terug, passeren door Dogubeyazit om naar het paleis te gaan van Ishak Pacha. De Bey van de provincie Beyazit begon de bouw in 1685 en zijn kleinzoon voltooide het 99jaar later in 1784. Er werd niet op een cent gekeken, er waren 366 kamers en vergulde deuren en die namen de Russen mee begin 20e eeuw en staan nu te pronken in het Hermitage in Sint Petersburg.
  We richten onze schreden en de bus zuidwaarts naar Van. We passeren de Tendürek pas op 2644m, onder de vulkaan Tendürek Dagi die er met 3652m boven uit steekt en waarvan de lavaresten op de pas getuigen van zijn uitbarstingen.
  We stoppen voor de lunch met zicht op de watervallen van Muradiye en dat is duidelijk ook een favoriete plek voor de autochtonen, want achter het restaurant wordt heel wat gepicknickt.
  En dan zien we daar het Vanmeer verschijnen, een diep turquoise kleur, afgesloten door de uitbarsting van de Nemrut Dagi, met een hoog soda gehalte.
  We maken nog even een omweg naar de universiteit om naar de Van katten te gaan kijken. Een aardigheidje en een lokale specialiteit, spierwitte poezen met één blauw en één geel oog behalve al diegene die ik zag, die hadden twee blauwe ogen. Ons hotel ligt aan het meer en ’s avonds is daar een prachtige zonsondergang.

Dag 6. 10/6 vrijdag. Van

We blijven een dagje hier. Het is prachtig weer en we maken een boottocht op het meer naar het eilandje Akdamar of Aghtamar zoals het oorspronkelijk heette. Er staat een 10e eeuwse Armeense Kerk van het Heilige Kruis. Van 2005 tot 2007 onderging het kerkgebouw een controversiële restauratie die te maken heeft met de Armeense kwestie en het feit dat je de Turken probleemloos de gordijnen kunt in jagen bij het woord ”genocide”.
  Het unieke van deze kerk is dat de buitenkant bekleed is metreliëfs van Bijbelse taferelen en het wordt druk bezocht door Turken en schoolkinderen.
  We varen terug, lunchen aan de boorden van het meer en we krijgen er nog een kleine show bij van de kelners.
  De Urartu, voorlopers van de Armeniërs, bouwden hier een fort en dat bezoeken we. Van boven heb je een mooi panorama en een zicht op de kale vlakte die ooit de oude stad Van was voor die in 1920 tijdens de genocide finaal van de aardbol werd geveegd inclusief alle Armeense inwoners.
  In Van is er nog tijd voor een kort bezoek aan een klein museum waar stukken getoond worden die in de omgeving werden opgegraven.

Dag 7. 11/6 zaterdag. Van – Tatvan

We beginnen de dag met een bezoek aan een andere Urartu site waar de meeste stukken gevonden werden die we gister in het museum zagen. Hier moet je echt wel veel inlevingsvermogen hebben maar Tushpa de weergod van de Urartu is ons welgezind en laat de zon schijnen.
  Langs de oever van het meer rijden we naar de volgende stad Tatvan. Er zijn verkiezingen morgen en er wordt druk propaganda gemaakt door aanhangers en sympathisanten van een of andere partij.
  Na de lunch stappen we over in kleine busjes en die voeren ons langs smalle onverharde wegen tot op 2600m naar enkele kratermeren.
  En dan trekken we naar een grote Seldjoekse begraafplaats waar naar verluid krijgers begraven liggen van de slag van Manzikert waar de Seldjoeken de Byzantijnen een zware pandoering gaven in 1071. Alle opschriften zijn in het arabisch en de begraafplaats werd gebruikt tot in de 16e eeuw maar goed, ze zien er heel oud en verweerd uit, dus ja, misschien liggen hier wel wat oud-strijders.
  Ons hotel ligt vlak tegenover een kazerne van de Jandarma, zeg maar de Rijkswacht, die daar achter zandzakjes en in gevechtstenue de wacht houden. De Koerden mogen zich dan koest houden, zij nemen in ieder geval geen enkel risico.

Dag 8. 12/6 zondag. Tatvan – Hasankeyf – Midyat – Mardin

Je krijgt er plezier in om je tong uit te steken en je nog eens om te draaien als de muezzin zijn litanie afsteekt, maar toch moeten we iets vroeger vertrekken. Het landschap is ietwat veranderd en de groene weidegronden worden ingewisseld voor drogere berghellingen.
  We stoppen aan een Ottomaanse brug met een enorme boog uit de 12e eeuw over een zijrivier van de Tigris. In de buurt van de stad Batman wordt olie ontgonnen en de ja-knikkers ontsieren overal het landschap maar de stad zelf vaart er wel bij.
 Hasankeyf is een antieke stad aan de boorden van de Tigris met daarboven op een rots de resten van de citadel en de oude stad. Ons bezoek is wellicht specialer dan we denken want mogelijk gaat hier een goed deel van verloren door de bouw van de Llisu dam op de Tigris rivier die naar verwachting in 2015 zal klaar zijn en een groot deel zo niet alles zal onder water zetten.
  We lunchen er en rijden dan naar een dorpje met een christelijke gemeenschap tegen de Syrische grens voor een bezoek aan een vroeg middeleeuws klooster en kerkje en een uitstekende plaats om op het dakterras een flesje wijn te kraken. Tegen de avond arriveren we in Mardin

Dag 9. 13/6 maandag. Mardin

We blijven in Mardin vandaag en voor een keer worden we eens niet gewekt door de muezzin maar door de ”vuilkar”. Een man die met zijn ezel het zwerfvuil komt opladen in het smalle straatje vlak onder ons open hotelvenster. Het oude Mardin ligt op een berghelling onder de citadel, met zicht op de vlakte van Mesopotamië, en is een wirwar van steegjes en smalle straatjes waar dikwijls geen autoverkeer mogelijk is en ezels en pakpaarden de dienst uitmaken. Veel van die antieke huizen zijn omgevormd tot originele hotelletjes. Veel moskees uiteraard maar ook nog vele kerkjes. En dus ontdekken we het stadje te voet. Een moskee heeft een versteende voetafdruk van de Profeet, niet uitzonderlijk want hij heeft er naar het schijnt een hele reeks van geproduceerd en uitgedeeld zegt Sabri, we lopen door de soek, proeven van een ayran een lekkere drink yoghurt, bezoeken een oud Syrisch orthodox kerkje en lunchen in een van de vele typische oude herenhuizen dat ingericht is als restaurant en brengen de rest van de dag genoeglijk door, slenterend door de kleine straatjes en steegjes. ’s Avonds is het restaurant in open lucht feestelijk verlicht.

Dag 10. 14/6 dinsdag. Mardin – Sanliurfa (Urfa)

We verlaten Mardin en nemen nog een panoramische foto. Vandaag rijden we naar Sanliurfa met wat moet doorgaan voor de geboorteplaats van Abraham in een grot mét bron. Hij werd hier in het vuur gekieperd, maar God veranderde dat in water en de hete as in vissen. Het water en de vissen zijn er nog altijd en het is nu een plek waar massa’s pelgrims naar toe komen.
  We bezoeken er de grote bazar en na de middag rijden we naar het dorpje Harran dicht bij de Syrische grens. Ooit een belangrijk cultureel, religieus en handelscentrum dat vanaf de oudheid iedere veroveraar die zichzelf respecteerde over de vloer kreeg. T.E Lawrence, van ”Lawrence of Arabia”, deed hier nog opgravingswerk in z’n jonge jaren. Van de citadel schiet niet veel meer over maar speciaal zijn de bijenkorfachtige huisjes alhoewel het er op lijkt dat zij vandaag meer dienen als toeristische attractie dan wel als woning voor de inwoners.

Dag 11. 15/6 woensdag. Sanliurfa – Nemrut Dagi – Kahta

Dit is het gebied van de Eufraat en hier werd de grootste stuwdam op de rivier gebouwd; de Atatürk stuwdam. Een geweldig bouwwerk. Het water van de stuwdam zorgt voor de landbouw, en we stoppen even aan een van de vele pistache plantages.
  Platte band! Een van de dubbele achterbanden heeft de geest gegeven, maar God slaat niet of hij zalft in deze Bijbelse contreien, een paar 100m verder is er een benzine station waar het reservewiel er probleemloos kan op gezet worden en 15 minuten later zijn we weer op weg.
  We stappen over in kleine busjes en rijden langs een kronkelweg naar een Romeinse brug gebouwd door keizer Septimius Severus. Een heel mooie brug trouwens in een mooie omgeving.
  In een klein, eenvoudig restaurant wordt geluncht en dan rijden we de berg Nemrut Dagi op. Daar ligt op de top een piramidevormige grafheuvel van losse keien waarvan men vermoedt dat het de tombe is van Koning Antiochos I van Kommagene. Hij liet zich omringen door beelden van de goden en vergoddelijkte zichzelf ”en passant” ook maar. Hij gebood dat na zijn dood, iedere maand op de 16e, zijn verjaardag, en de 10e , zijn kroning, er moest gefeest worden en lol gemaakt en iedereen was daarbij uitgenodigd. Er kwam een eind aan toen de Romeinen Kommagene veroverden. De ganse site is sinds 1987 Unesco Werelderfgoed. We rijden tot op 2150m en moeten dan het laatste (steile) stuk te voet omhoog en er zijn een drietal ezels (echte!) om je daarbij te helpen. Wij houden de sympathieke traditie van Antiochos in ere, slepen de nodige flessen wijn mee naar boven en toasten op onze gezondheid en zijn nagedachtenis met zicht op de reuze grote hoofden van de koning en de goden. Serefe!

Dag 12. 16/6 donderdag. Kahta – Kayseri – Capadocië

Vandaag hebben we toch wel een extra lang uittreksel van Koran te horen gekregen, maar het heeft me zelfs niet meer gestoord. We hebben een lange rit voor de boeg naar Kayseri en Nevshehir in Capadocië. De zon schijnt, het is al 27° in de kamer en onze bus heeft twee nieuwe banden, daar heeft onze chauffeur ondertussen voor gezorgd. We stoppen onderweg aan een wegrestaurant voor de lunch en dan nog eens voor een kort bezoek aan de Karatay Karavanserai.
  In Kaiseri lopen we even de grote Bazar binnen die in de Seldjoekse citadel gevestigd is voor de lokale specialiteit: gedroogde worsten.
  Dan komt de Erciyes Dagi in zicht, een stratovulkaan 3916m, de hoogste piek van de Anti-Taurus gebergte en mede verantwoordelijk voor het ontstaan van de grillige vormen van Capadocië en die naam zou afgeleid zijn van het Perzische Katpatuka (”land van de mooie paarden”). En dat gaan wij de volgende dagen ontdekken.

Dag 13. 17/6 vrijdag. Capadocië

Cappadocië is een van 's werelds grootste natuurwonderen. Een tufsteenlandschap ontstaan door vulkaanuitbarstingen en de daarop volgende erosie door de werking van wind en water. In de rotsen van dit zachte gesteente werden grotwoningen en kerken uitgekapt.
  Ons eerste bezoek is aan een onderaardse stad, Kaymagli, waar de lokale bevolking zich in terugtrok als er gevaar dreigde, wat in die woelige tijden nogal eens voorviel. Ze hakten een ingenieus geheel van ondergrondse woningen uit op verschillende niveaus. Opslagplaatsen voor voedsel, verluchtingpijpen, putten die tot aan het grondwater reikte, smalle verbindingstunnels, valkuilen voor de indringers en toegangen die konden afgesloten worden met zware molenstenen. Heel knap, heel indrukwekkend en niet geschikt voor mensen met claustrofobie.
  Verderop ligt Uchisar met de kegelvormige rots waarin een citadel werd gemaakt. Van op de top heb je natuurlijk een prachtig zicht over de omgeving. Voor elk wat wils; hier heb je best geen last van hoogtevrees.
  Je wordt overal geconfronteerd met panorama’s die schreeuwen om gefotografeerd te worden en de fotogenieke onderwerpen vliegen je om de haverklap om de oren.
  We lunchen in Ortahisar, zetten onze ontdekkingstocht verder en maken wandelingen in valleien met namen zoals Devrent het versteend leger, of Pashaba de wijngaard van de pasha.
  ’s Avonds rijden we naar een karavanserai voor een demonstratie van dansende derwisjen, een mystieke broederschap of soefi’s en volgelingen van Rumi een Perzische filosoof, dichter en mysticus die absolute verdraagzaamheid tussen alle godsdiensten voorstond.
  Applaus en foto’s zijn uit ten boze want de dans is voor hen een gebed. Met de rechterhand omhoog ontvangen zij de zegen van de hemel en met de linkerhand omlaag geven ze die door aan de aarde.

Dag 14. 18/6 zaterdag. Capadocië

We hebben een ballonvaart geboekt en we moeten vroeg uit de veren. In tegenstelling tot andere dagen is het zwaar bewolkt, het heeft gegoten vannacht en er staat een vervelende wind. Dat maakt dat het lang duurt voor er beslist wordt om op te stijgen en dat wordt dan nog eens van op een andere lokatie gedaan. Maar goed, we zitten met 17 en de piloot in een grote mand en stijgen tot 500m boven de begane grond, leggen ongeveer 7km af, blijven bijna een vol uur in de lucht en genieten van het ongelooflijke panorama. Het had iets zonniger mogen zijn voor de foto's maar iedereen is best tevreden
  Terug op de grond wandelen we langs rotswoningen, bezoeken Göremme met zijn vele rotskerkjes waarvan enkele prachtige en goed geconserveerde fresco’s hebben en wandelen naar de Vallei van de liefde waarvan de ”asperge-vormige” rotsen een duidelijke hint naar de oorsprong van de naam geven.
  We rijden naar het stadje Hacibektash om daar het schrijn en het museum te bezoeken van de soefi filosoof Haci Bektas Veli, naar wie de stad is genoemd te bezoeken. Zijn interpretatie van de islam en die van zijn volgelingen de Alevieten, staat haaks op die van de fundamentalisten. Een grote regenboog wijst ons de weg.
  En dan gaan we nog eens naar Uchisar om op een terrasje de reis in schoonheid en harmonie af te sluiten met een drankje en een gepast dankwoord van onze gidsen en aan onze gidsen.

En daarmee eindigt onze reis in Oost Turkije, een leuke groep, een toffe reisleider, een mooie reis waar we met veel plezier zullen aan terugdenken. Günaydin en Serefe.